IDA GERHARDT

                      IN MEMORIAM

                       
                       
                      Met duizend fijne zaden
                      ving het sneeuwen aan,
                      de ongerepte paden
                      ben ik alleen gegaan.
                       
                      Roerloos ligt het volkomen
                      herschapen land om mij, —
                      die mij werd weggenomen
                      nu is hij zo nabij,
                       
                      als nadert een ontmoeten
                      in deze sneeuwen laan, —
                      ik zie het spoor der voeten
                      waar wij tezamen gaan.